Eind november logeerde we twee weekjes in Mormont, Erezee. Hoewel de dagen kort zijn is het toch heerlijk om er weer even tussenuit te zijn. Genieten van de herfstkleuren, de mist en warempel een pak sneeuw. Hoewel er in Mormont niet veel viel hoefde we maar 10 minuutjes te rijden om middenin de sneeuw te lopen. Prachtig om de besneeuwde sparrenbossen te zien en de bevroren meertjes. Alles onder een witte deken. Voor Jente hoefde we echter niet ver te lopen. Zodra ze buiten de auto stond was haar geluk compleet. Sleeën, scheppen en sneeuwballen maken tot je vingers bijna bevriezen.
We genoten ook van de vele vogels die de tuin bezochten: koolmezen, pimpelmezen, een keep, matkoppen, kuifmezen, vlaamse gaaien, roodborstjes, vinken, boomklevers, een reiger, een buizerd en een troep appelvinken. Vooral die laatste waren erg lastig om op de foto te krijgen. Als ze er waren gingen ze met een hele groep ergens ver weg bovenin een boom zitten. Zodra ze onraad bespeurde vlogen ze direct massaal op.
Verder waren we druk met paddenstoelen zoeken, wandelen, sterren kijken, fikkie stoken, mamma’s verjaardag vieren, de nieuwe wildcamera testen en sinterklaascadeaus uitpakken. En om de pret compleet te maken kwamen oma en opa Karels ook nog langs. Kortom het was weer een top vakantie!
Na de crisis stond er zoveel gras in Mormont dat het niet voldoende was om alles in één keer te maaien. Gelukkig bleef er nog genoeg over om ook een tweede tripje naar de Ardennen te moeten maken. En daarom vertrokken we wederom voor een fijn lang weekendje die kant op. Bovendien was het een mooie gelegenheid om de roedels die we eerder gespot hadden nog eens op te zoeken. Hoewel zo’n weekendje erg kort is was het weer prachtig.
Helaas sloeg de pech voor Jente wel toe. Niet alleen was ze beroerd van doorkomende tanden, ze maakte ook nog eens enorme brokken met een loopfietsje. Ze maakte een smakkerd en kwam precies met haar tanden op de hard stenen vloer. Het resultaat: een groot stuk voortand eraf, niet willen eten en heel veel spugen. Gelukkig gaat het nu allemaal beter en heeft ze behalve een gapend gat in haar gebit er niets aan overgehouden.
Omdat we door deze uitdagingen een beetje aan huis waren gebonden hebben we niet veel gewandeld. Gelukkig is er in het veld rond het huisje ook zat te zien. Een gelegenheid om weer eens wat meer insecten op de plaat te zetten. Kortom de foto’s zeggen de rest:
Nu de grenzen weer open zijn was het hoog tijd om weer eens richting de Belgische Ardennen af te reizen. De broer van Annette heeft er een huis en dit had door de crisis een tijd leeggestaan. Het gras stond inmiddels meters hoog dus er was genoeg werk. Tegen een klusje in zo’n omgeving zeggen we geen nee.
Op donderdagavond arriveerde we op bestemming. Bij aankomst zagen we al een roedel hindes met kalveren die het bos in rennen. Ook zagen we een weitje waar wat edelherten op hun gemak stonden te grazen. Aangrenzend aan het weiland een bouwvallig schuurtje. Een ideale spotplek! Na de eerste warme nacht waren we vroeg uit de veren. ’s Morgens vroeg opstaan is misschien niet het eerste waar je bij vakantie aan denkt maar zodra je buiten staat en de vogels hoort weet je weer waarom je het doet. De hele natuur wordt wakker, herten staan nog rustig op de voerakkers, het gras is nog nat van de dauw en de vlinders hangen nog rustig te wiegen in het gras op de maat van de wind. Veel zandoogjes kon ik vinden. De meeste nog zwaar van de dauw. Als je dan om 8:00 uur binnenstapt voor het ontbijt heb je er al een dag opzitten.
Na een dagje flink met gras te hebben gesleept met af en toe een wandeling tussendoor was het tijd voor het posten. Maar deze avond zat het niet mee! Toen ik om 19:00 uur mijn post wilde vatten liepen er al twee edelherten. Uiteraard lukte het me niet ongezien te blijven en namen ze de poten. Na meer dan een uur muisstil te hebben gestaan in het schuurtje zag ik weer beweging. Eindelijk! Maar juist op het moment dat ik ieder moment een hert voor mijn camera verwachte ging het weer mis. Een boer besloot dat van de 365 dagen in het jaar juist vandaag de ideale dag was om kunstmest te strooien op de aangrenzende akker. De edelherten namen de benen en ik vluchtte het bos in. Pas toen het al veel te donker was kwam er een edelhert de akker op. Moe en zat slenterende we naar huis. Gelukkig klaarde het een beetje op toen opeens overal vuurvliegjes vlogen. Een prachtig schouwspel!
Om de gemiste nachtrust in te halen besloten we (onder protest) geen wekker te zetten. Gelukkig besloot Jente rond een uur of vijf dat het hoog tijd was om wakker te worden. En als je dan toch eenmaal wakker bent kun je er maar beter uit gaan. Direct sloop ik terug naar de plek waar het de avond ervoor mis was gegaan. Maar weer mislukte het, de roedel liep nu zo dicht bij de weg dat ik me nergens achter kon verschuilen en twintig zwarte schimmen verdwenen in het bos. Iets wat teleurgesteld daalde ik af naar een beek. Ik zette mijn statief uit en stelde mijn camera in om de beekloop te fotograferen: korte lens, lange sluitertijd, timer-stand, etc. Opeens zie ik in mijn ooghoek beweging. In het verlengde van het beekje loopt iets. Een wasbeer! Met een reactie die lijkt op blinde paniek leg ik mijn statief plat, wissel ik met trillende handen lenzen en probeer zo snel mogelijk de instellingen te wijzigen. Terwijl ik klik realiseer ik dat de timer-stand er nog opstaat. In mijn gedachte schreeuw ik naar de wasbeer dat hij stil moet blijven zitten.
De wasbeer beleefd dit moment totaal anders, in alle rust loopt meneer zijn ochtendwandeling, stopt even bij een watervalletje en wast rustig zijn handen. Niets wat deze prachtige ochtend voor meneer in het water kan gooien totdat hij iets hoort. Een verdachte klik, een knipperend oranje lampje. Een gigantisch wezen van bijna twee meter wat met zweetdruppels op zijn voorhoofd en een verbeten trek op zijn gezicht aan een zwarte toeter staat te sjorren. Genoeg om ook bij de wasbeer blinde paniek op te roepen en met staart tussen de benen sprint hij weg. Het kan snel gaan. En zo veranderd het toch weer in een prachtige ochtend.
Hoewel we maar een lang weekend zijn geweest is bovenstaande slechts een fractie van de belevenissen. We hebben weer van de prachtige schepping genoten: bevers, grauwe klauwier, edelherten, reeën, zwijnen, vossen, een das, een bever, orchideeën en vlinders. Ja we denken zelfs een wilde kat te hebben gezien. Eigenlijk te veel om op te noemen. Onze Schepper Zijn werk is echt fantastisch mooi! We hebben genoten. De foto’s zeggen genoeg:
Nu het stucwerk lekker aan het drogen is zijn wij verplicht even rust te nemen. De verbouwing is in volle gang en inmiddels is vloerverwarming ingestort en de keuken gestuct. Nog even en er pronkt een nieuwe keuken in ons stulpje. Uiteraard is er weer een nieuwe landing bouwmateriaal nodig. En raad eens waar die spullen staan? Jawel! In Mormont (Erezee), in de Ardennen.
Een goed excuus om dus even een ritje die kant op te maken. Als je er toch bent kun je net zo goed even wandelen en van de natuur genieten.
Op vrijdag komen we laat aan. Aangezien de Kodiaq een tendermaster aan zijn staart heeft hangen gaat het niet harder als 90km/h. Annette mag het hele eind rijden want hoewel zwanger is ze in het bezit van een aanhanger-rijbewijs. Onderweg zien we tot 3 keer toe een ree en twee edelherten. Een goed begin van dit weekendje. Aangekomen laden we snel uit en ik spurt naar het dassenveldje. De vorige keer handen we hier een geweldige ontmoeting met Dirk Das, wie weet of dat nog een keer lukt! Een ree rent blaffend het veld af. Snel zet ik de camera in positie en maak het me comfortabel. Ik lig languit op een paadje wat recht naar het dassenhol loopt. Mijn lens gericht op de ingang van de burcht. Links van me is de berghelling rechts van mij het veldje. De tijd verstrijkt, het blijft rustig. Af en toe hoor ik wat maar het kan zijn dat ik me dingen ga inbeelden. Als het al tegen de schemer loopt wil ik even gaan verzitten. Ik richt me op en hoor een gigantisch kabaal op een twee meter links van me. In de berghelling is ook een burcht-uitgang. Een jonge das heeft blijkbaar besloten vandaag via de zijdeur naar buiten te gaan. Geschrokken van mij duikt hij direct weg. Ik zit muisstil en beweeg geen spier. Een kleine minuut later zie ik opeens een wit-zwart kopje boven het gat uitsteken. Ik kijk in de kraaloogjes van een das. Hoewel op zijn hoede zit hij duidelijk op zijn gemak rond te kijken. Hij snuift eens goed de avondlucht op. Daar lig je dan, op 2 meter afstand van een jonge das zonder haast met een camera voor je met een telelens van 300 millimeter erop. Onmogelijk om een foto te maken, maar wat een beleving. Het duurt niet lang of de jonge das trekt zich weer terug.
Dag twee maak ik een prachtige wandeling door de mist. Af en toe ziet ik een hert wegrennen of hoor ik iets. Ik besluip een hinde die niets vermoedend gras staat te knagen. Later op dag wordt het warm. We pakken de auto in en genieten van de natuur rond het huis: vleermuizen in de spouwmuur, behangersbijen die hun nest maken in het muurtje van het terras, een wolfspin die met haar eikapsel loopt te slepen, vuursalamanders, beversporen, een grote weerschijnvlinder die langs vliegt en Welriekende nachtorchis bij de buren.