’s Avonds gaan we het bos in om wild te spotten. Vanmiddag zijn we langs een wildkansel gelopen midden in het bos. We hebben goede hoop dat daar wat langs komt. Helaas is het bouwwerk niet sterk genoeg om twee personen te houden. Gelukkig hebben we ook een één-persoons schuiltent bij ons. Peter heeft deze vlak voor de vakantie op de kop weten te tikken. Daar zitten we dan. Annette in de wildkansel achter mij en ik in de schuiltent.
Notitie voor de volgende keer: een krukje meenemen! Na een half uur geknield te hebben gezeten switch ik toch maar naar kleermakerszit. Respect voor monniken die geknield mediteren. Die boomwortels onder de tent helpen ook niet bepaald. Maar dan loopt er opeens een edelhert voorbij! Gelukkig lukt het me om via het onderste kijkgat een foto te schieten. Ik probeer mijn camera op het statief voor het bovenste kijkgat te monteren. Zo’n schuiltent valt niet op, maar zo’n vierkante bewegende struik is toch wat te veel van het goede. Het hert sprint er vandoor terug het bos in.
De temperatuur in de tent begint inmiddels te stijgen. Naast de inspanning zorgt de natte bosbodem voor een hoge luchtvochtigheid. Het niet ademende polyester van de schuiltent zorgt voor een saunagevoel. Op de buitenkant landen de eerste dorstige muggen. Ik hoop dat ze de weg naar binnen niet ontdekken.
In de verte horen we raven. Dit kan beteken dat er een wolf in aantocht is! Raven volgen wolven vaak zodat ze een ‘graantje’ mee kunnen pikken als de wolf een prooi verschalkt. Met de pen van het logboek kan ik zo nu en dan de flap van de tentopening opzij schuiven om te controleren of er nog wild langs komt. Tot twee keer toe horen we vlakbij herten blaffen. Helaas blijft het daarbij. Als het te donker is om nog verder logboek te schrijven breken we op. Om 21:30 uur lopen we terug naar de auto. Onderweg naar de auto overrompelen we enkele herten die op enkele meters van ons vandaan het bos in stieren. Het is al te donker om ze nog te kunnen zien.